Wat hebben wij met elkaar?

Door: Dienst Kerk en Samenleving - Hub Vossen
Geplaatst op: woensdag 12 augustus 2015

Wat hebben wij met elkaar?

‘Om tot solidariteit te komen zullen mensen passie voor elkaar moeten hebben. De vraag ‘wat hebben we met elkaar?’ kan helpen om deze passie en solidariteit tot bloei te laten komen’, met deze woorden opende Wim van Meijgaarden, hoofdaalmoezenier van Sociale Werken de Sociale Studiedag. Daarmee sneed hij een belangrijk thema van deze studiedag aan. ‘Onze samenleving is meer dan een verzameling onafhankelijke personen, onderlinge verbondenheid is van groot belang. We kunnen niet mens zijn zonder anderen. Zeker als we bekijken dat in onze huidige samenleving sprake is van snelle individualisering, ontkerkelijking en ontkerstening, is het van belang om die verbondenheid te blijven benoemen. Maar we moeten ook de rol van kerken niet klein maken. Kerken zijn nog steeds een grote maatschappelijke speler in het maatschappelijke middenveld. Ze zijn bondgenoot in het samenwerken met mensen met eenzelfde ideaal. Maar het is ook onze verantwoordelijkheid om overheid te wijzen op blinde vlekken en op haar verantwoordelijkheid het op te nemen voor zwakkeren in de samenleving.’

Mgr. de Korte, bisschopreferent voor Kerk en Samenleving, hield de aanwezigen voor dat het niet zozeer gaat om het hebben van een antwoord op de vaak complexe maatschappelijke vraagstukken, maar veel meer om het stellen van de juiste (kritische) vragen die leiden tot nadenken over een rechtvaardige samenleving. Juist daarvoor hebben we in de Katholieke traditie een belangrijk instrument aangereikt gekregen, het Katholiek Sociaal Denken. Dit denken vormt een moreel kompas in het nadenken over een rechtvaardige samenleving. Het kennen van deze achtergrond helpt bij de werkzaamheden en inzet in de praktijk.

Hij nam de toehoorders mee in een kort overzicht van de bronnen van het Katholiek Sociaal Denken. Zo zijn de oudste bronnen al te vinden in het Oude Testament, waar wordt gesproken over de menselijke waardigheid, maar ook over hoe de menselijke gebrokenheid doorwerkt in de maatschappelijke structuren. Ook komt in deze geschriften al het gemeenschapsdenken naar voren: we zijn met elkaar verbonden en moeten zorg voor elkaar dragen. De profeten protesteerden al tegen onrecht en wezen op rijkdom als mogelijk gevaar. Christus zelf zet deze lijn voort en waarschuwt eveneens tegen rijkdom en onrechtvaardigheid. Zo roep Hij op tot werken van barmhartigheid, tot kleine daden van menselijkheid in het dagelijkse leven.

De christelijke traditie met zijn armen- en ziekenzorg en onderwijs laat zien dat het zorgen voor lichaam en ziel van de ander van oudsher bij de christelijke cultuur hoort.

Het Christelijke Sociaal Denken in de moderne tijd begint met de pauselijke encycliek Rerum Novarum (1891), in het jaar waarin ook het Christelijk Sociaal Congres in Amsterdam plaatsvindt. In die lijn laten vervolgens o.a. ook Dr. Poels en Alfons Ariëns van zich horen. In hun directe werkomgeving komen zijn op voor zwakkeren in de samenleving, voor degenen die in de verdrukking dreigen te raken.

Dezelfde kenwaarden die toen als inspiratie dienden, staan ook nu nog centraal: de menselijke waardigheid; het nodig hebben van de ander om tot bloei te kunnen komen; solidariteit met de ander, vooral met de ander die in nood verkeert, en de inzet voor het algemeen welzijn. Dit uit zich op microniveau in de naastenliefde en op macroniveau in de inzet voor sociale rechtvaardigheid en duurzaamheid. In dit alles staat de subsidiariteit altijd centraal: zoveel mogelijk decentraal denken en verantwoordelijkheid geven.

Mgr. de Korte merkte op dat we leven in een tijd van onbehagen en dat veel Nederlanders persoonlijk wel gelukkig zijn, maar zich veel zorgen maken over het land en de wereld. Er zijn veel vragen en onzekerheden rondom bestaanszekerheid, intergratie en religieuze spanningen.

Door de veranderende verzorgingsstaat en de opkomst van de participatiesamenleving komt een groter deel van de diaconale opdracht weer te liggen bij de kerken. Op haar hoogtepunt had de verzorgingsstaat deze opdracht grotendeels overgenomen. Hij wees er terecht op dat daar zeker kansen liggen, maar dat we ook realistisch moeten zijn over wat we als (ingekrompen) kerk op ons kunnen nemen. We hoeven niet de antwoorden op alle vraagstukken te hebben, maar het is wel van belang om ons in te zetten voor het behoud van de bestaanszekerheid en sociale samenhang. Paus Franciscus waarschuwt regelmatig tegen globale onverschilligheid en roept op tot barmhartigheid en solidariteit. Zorgdragen voor sociale bescherming is nog steeds een belangrijke taak van de kerk en bondgenoten zijn hierbij onmisbaar. We moeten niet bang zijn om van ons te laten horen en zichtbaar te zijn in de samenleving.

In het tafelgesprek met vertegenwoordigers uit maatschappelijke en diaconale organisaties viel te beluisteren dat de veranderende samenleving zeker kansen biedt. Dat we niet bang hoeven te zijn, maar het is wel belangrijk om deze kansen te zien en erop in te spelen. Mensen zijn meer dan ooit bereid zich in te zetten voor een ander. Betrokkenheid bij lokale, maatschappelijke projecten is groot. De presentie in de samenleving, het aanwezig zijn voor en met de ander is daarbij vaak de kern. We mogen wel kritisch blijven tegenover de plannen van de overheid: die brengen kansen met zich mee, maar dat wil niet zeggen dat we het zomaar overal mee eens moeten zijn: de veranderingen zorgen ook voor problemen in de samenleving. Het is onze taak om te reageren op ontwikkelingen die het welzijn van mensen niet bevorderen en de overheid te wijzen op haar verantwoordelijkheden.

Onze geloofwaardigheid blijkt uiteindelijk steeds weer uit datgene wat we doen. Met de katholieke sociale leer kunnen we een duidelijk eigen geluid inbrengen in de huidige veelkleurige samenleving, hield Thijs Caspers de aanwezigen tenslotte voor. ‘We moeten ook niet bang zijn om initiatief te nemen en te laten zien dat we iets te bieden hebben. Daarbij is het vinden van het juiste taalgebruik zeker een uitdaging: hoe vertalen we de christelijke waarden en ervaringen naar de toekomst? Hoe kunnen we onze identiteit behouden in een taal die nu verstaan wordt?’

Caspers wees op de angst en ontevredenheid die in de samenleving aanwezig is, deels veroorzaakt door de neoliberale gedachte dat als we maar hard genoeg ons best doen we alles kunnen bereiken. Nu dat niet zo blijkt te zijn zorgt dat voor angst en onrust.
Juist daarom is het sociale verband van belang en is het belangrijk om ruimtes voor ontmoeting en uitwisseling te hebben.

In de diaconie gaat het om het verbinden van de christelijke traditie met de verhalen van mensen. De katholieke sociale leer is ooit begonnen met mensen die antwoordden op een concrete nood van mensen. Ook wij mogen in onze eigen organisaties en omgeving, geïnspireerd door het morele kompas van het katholiek sociaal denken, de nood van onze naaste proberen te beantwoorden.


Ellen Custers, projectmedewerkster M25
Hub Vossen, stafmedewerker/aalmoezenier van Sociale Werken








     


Reactie(s)

Er zijn nog geen reacties op dit artikel.



Naam


Email


Uw reactie